Terug
3D-naam
Ik dacht altijd dat mijn naam Jolien kwam van het Franse 'Jolie' (en niet, zoals veel mensen denken, van het liedje Jolene van Dolly Parton), dat mooi betekent. Het leek me nogal arrogant om je kind vanaf de geboorte de stempel 'mooi' mee te geven. Daardoor ging ik nadenken over de eeuwige kwestie wat nou eigenlijk mooi is, en wie dat dan bepaalt (de ouders?). Ik ging op zoek naar meer vrouwen die Jolien heetten. In eerste instantie wilde ik mensen op straat vragen wie van deze Jolien-en ze mooi vonden en wie niet. Zo zou 'het publiek' de perfecte Jolien uitkiezen. Echter bedacht ik me, dat het leuker zou zijn om het publiek uiteindelijk te laten beslissen. Ik zou een object maken, waarbij de kijker bepaald wat mooi is en niet mooi. Uiteindelijk is dat een kubus geworden. De eerste versie is een kubus waarbij de boven- en onderkant afhankelijk van elkaar draaien. Zo krijg je dus de bovenkant van Jolien 1 en de onderkant van Jolien 3 of 4. Dit bleek een nogal statische oplossing. In de tweede versie maakte ik een 'infinity cube'. Een kubus die je altijd kunt blijven doordraaien. Het ontwerp hiervan is bestaand, maar was nogal lastig uit te voeren. Er staat niet zomaar een Do-It-Yourself online. Nadat ik dat uitgevogeld had begon ik weer met gezichten plakken. Bij deze kubus wordt een gezicht in vieren gedeeld. Deze oplossing vond ik al veel geslaagder, vooral vanwege de vorm van de kubus, die je eeuwig door blijft draaien. Het is dan ook een vraag die eeuwig gesteld kan blijven worden: wat is schoonheid?
De onderzeebootloods
Na een tijd rondgelopen te hebben in de onderzeebootloods zagen we dit doek van Jim Shaw. Een 'eureka' momentje, want hierin werd ons ineens heel duidelijk waar Shaw zijn inspiratie vandaan haalde. Heel duidelijk kwamen elementen terug van het wereldberoemde Guernica van Picasso. Sommige dingen, zoals de lamp en sommige gezichten, zelfs letterlijk. Waarom Shaw Picasso heeft genomen als inspiratie is mij niet duidelijk. Picasso schilderde Guernica nadat de gelijknamige stad gebombardeerd werd. Er bestaan veel, heel veel theorieën over de symbolische betekenis van het schilderij, maar Picasso zei er simpelweg over: 'De stier is een stier en het paard een paard. Als je betekenis geeft aan de zaken in mijn schilderij dan mag dat erg waar zijn, maar het was niet mijn bedoeling er betekenis aan te geven'. Picasso schilderde dus voornamelijk om emotie over te brengen. Wilde Shaw misschien eenzelfde soort emotie overbrengen als Picasso hoopte te doen?
Nog een paar dingen die ik vond: Picasso heeft in zijn schilderij veel gebruik gemaakt van een kristalvorm (zie mijn tekening). De betekenis van kristal is: egostrelend, hebzucht en het heeft de kracht ongunstige energie van elektrische apparaten weg te halen. Shaw werkt in zijn doeken veel met deze thema's, mensen die ten onder gaan aan de consumptiemaatschappij.
Nog een grappig feitje: de werken van Shaw mocht je voelen, aanraken. Denk je eens in wat er gebeurt als je dat bij een Picasso doet..
Territorium, zintuig, tijd
Hoe zijn de bovenstaande begrippen terug te zien in de expositie?
Territorium was vooral heel erg duidelijk bij Klaas Kloosterboer (goede alliteratie, trouwens).
Hij neemt de hele ruimte in met één werk, van top tot teen. Hij dwingt je omhoog te kijken, je kunt niet door de ruimte lopen en níet kijken. Door deze dwingende manier van exposeren zegt hij: hier sta ik, deze ruimte is van mij. Je mag er best langs lopen, maar dan wel volgens mijn regels. Het is een verzameling van bestaande en nieuwe werken, die als een soort optocht langs je heen voeren. Waar bij de andere kunstenaars het begrip XXXL nog wel te betwisten valt, heeft Klaas zich qua grootte zeker het meest uitgeleefd. Je moet een eigen kadering maken waarin jij het kunstwerk op dat moment wil zien, je zult nooit alles tegelijk kunnen zien (zoals in mijn tekening, in een bird's view).
Ook het begrip tijd vind ik in zijn kunstwerk het meest terugkomen. Door zijn werken aan een rails te hangen, de heel langzaam beweegt, is geen moment hetzelfde. Als je gaat zitten (en lang genoeg wacht) zie je zijn hele oeuvre voorbij komen. Als je je ogen even dichtdoet, is het beeld weer verandert. Alhoewel tijd een grote rol speelt, lijkt het ook of het even niet aanwezig is. Je kunt makkelijk een half uur dromend doorbrengen, al kijkende naar de langzaam veranderende kunstwerken die langs komen.
Je zintuigen komen tot zijn recht bij Jim Shaw. Zijn werken róepen je bijna: raak me maar even aan! Er is dan ook niemand die je terugfluit als je dat doet (wat ik bij andere musea hoogstens irritant vind, ik wil er gewoon met mijn neus bovenop staan). Je loopt door een landschap aan verhalen die Shaw bedacht. Zijn fantasie is soms misschien lichtelijk bizar, maar door de makkelijk te begrijpen kleuren- en vormentaal neemt hij je toch mee. Onder het kopje 'Zintuigen' heb ik nog een werk van Shaw gezet, waar ik ook even aan moest voelen.
Het is wel duidelijk denk ik, dat het werk van Chris Martin me het minst kon boeien.
Les Rolf Engelen - bedenk een spel
Ik heb in mijn eerste jaar les gehad van Rolf en dat vond ik fantastisch. Mensen maakten de gekste dingen in zijn les. Al wist ik in het begin absoluut niet wat ik met al die rare opdrachten aanmoest, later in het jaar werd ik er steeds beter in. Ik vond het dan ook leuk dat Rolf een gastles kwam geven. Tijdens deze les kregen we de opdracht om in duo's een spel te bedenken voor elkaar en dat te documenteren (zie de tekening hiernaast).
Ik bedacht een spel voor Myrthe. Ik zette een beker op een stoel. De opdracht was de stoel 180 graden te draaien, zonder de beker te verplaatsen. Als volgt wat er gebeurde:
1. Myrthe draaide de stoel horizontaal 180 graden.
Oeps, dat was een fout in mijn opdracht. Ik bedoelde dat ze de stoel op zijn kop moest zetten, maar dat had ik er niet bij gezet.
2. Ik vertelde Myrthe dat ze de stoel verticaal 180 moest draaien, zonder de beker te verplaatsen. Myrthe hield de beker vast en draaide tegelijkertijd te stoel. Dit lukte haar niet zonder de beker te verplaatsen.
3. In haar volgende poging pakte ze een theedoek, die ze aan weerszijden van de stoel óver de beker heen vastknoopte. Zo kon ze de stoel draaien zonder dat de beker bewoog.
4. Als laatst deed ze nog een poging door de beker vast te plakken met tape en daarna de stoel om te draaien. Dit was wat ik als eerste poging had verwacht toen ik het spel bedacht.
Tijd
Arjen Mulder - Het fotografisch genoegen
Dit vond ik een interessant stukje over het 'laten leven' van een kunstwerk:
'Het heden is de vorm van het kunstwerk, het verleden levert de interpretaties van die vorm'. Een kunstwerk is uitputtend als het enkel vorm en interpretatie bevat. Wil je een kunstwerk laten leven, dan moet het nog een derde aspect bevatten: inhoud. Inhoud = toekomst. Deze toekomst is deels in de galerie of de expositie waar het werkt hangt, maar als het werk goed is, zal er evenveel toekomst zitten in de dag dat het werk voor het eerst geëxposeerd werd, als daarna. Als voorbeeld noemt Mulder de Mona Lisa met snor, van Duchamp. De snor ligt al in het verleden, die grap is geweest, terwijl de Mona Lisa zelf in de toekomst staat. Wat hij volgens mij bedoelt: Duchamp heeft geprobeerd de Mona Lisa te moderniseren, terwijl hij haar door zijn toevoeging eigenlijk in het verleden plaatst.
Douwe Tiemersma - Organic Time
Ik vind het heel interessant te lezen hoe mensen in Afrika het begrip tijd zien. Zij gaan op een meer organische manier met tijd om. Wij zien deze mensen als lui, en zij snappen van hun kant niet waarom wij Westerlingen alles zo gehaast moeten doen. Mijn broer liep stage in Zuid-Afrika en kon dit bevestigen, doordat Afrikanen steevast te laat kwamen op afspraken. Als ze om 18:00 een barbecue hadden gepland, kwamen zij aan rond een uurtje of acht. Zo'n afspraak is dan bij hen: gezellig, we gaan vanavond barbecuen. In plaats van: vanavond om zes uur moet ik op de barbecue aanwezig zijn.
De Papalagi
Dit is een grappig verhaal over een man uit Tiavea die zogenaamd naar de Westerse samenleving kijkt en onze perceptie op tijd. Ik vind het vooral goed hoe op deze manier vraagtekens gezet kunnen worden bij onze gehaaste manier van leven. We zijn gefrustreerd dat we nooit ergens tijd voor hebben en klagen maar over de dingen die we moeten doen waardoor er geen tijd overblijft. Door het op deze manier te bekijken overstijg het en is het mogelijk toe te geven dat wij eigenlijk heel vreemd met tijd omgaan.
Territorium
Beljon heeft het over een refugium, een woord dat ik niet kende. De encyclopedie zegt: Refugium. Een plaats die bescherming of onderkomen biedt. Of: Refugium. [ecologie] - Een refugium (Latijn), meervoud refugia, betekent letterlijk toevluchtsoord voor een individu, dier of plant. Tijdens de ijstijden hebben Zuid- en Zuidoost Europa voor veel planten en dieren gefungeerd als refugium.
Een toevluchtsoord dus. Beljon beschrijft op poëtische wijze hoe hij als kind een toevluchtsoord bouwde van lakens en een divan. Dit herken ik heel erg uit mijn eigen jeugd, hutten bouwen om zo een eigen territorium te creëren. Op het plaatje op de bladzijde daarna zien we een zwerver liggen op een bankje, waarbij Beljon de geestige tekst schrijft: midden in een metropool bouwt iemand zijn of haar eigen refugium.
Zintuigen
The medium is the message / The extentions of man. Het boek is een extensie van ons oog. Kleding extensie van het lichaam. Met de komst van elektriciteit wordt het zenuwstelsel uitgebreid. McLuhan zei dat een medium niet door zijn content de samenleving waarin het een rol speelt beinvloed, maar juist door de eigenschappen van het medium zelf. Hij neemt een gloeilamp als voorbeeld. Een gloeilamp heeft niet de inhoud op dezelfde manier als een krant dat heeft door zijn artikelen, of de televisie door zijn programma's. Toch is het een medium dat dezelfde sociale effecten heeft: een gloeilamp zorgt ervoor dat mensen ruimte kunnen creëren wanneer het donker is, die anders gehuld zouden zijn in het duister. Zo stelt hij ook dat het niet uitmaakt of een televisie kinderprogramma's of gewelddadige series uitzendt, het effect ervan op de mensheid zou hetzelfde blijven.
Da Vinci: Paragone. 'Ik kan alles afbeelden, ook al heb ik het materiaal zelf niet'. Bijv. marmer kunnen schilderen zonder marmer voor je te hebben. Paragone betekenis volgens de encyclopedie: Italiaanse vergelijking, een zekere rivaliteit tussen de schilderkunst en de beeldhouwkunst tijdens de Renaissance om te bepalen welke het belangrijkst was. Het debat dat hierdoor in gang werd gezet, hielp de aard en rol van beide kunstvormen bepalen.
Zintuigelijkheid zit ook in kleurenleer. Wie waren daar mee bezig? Goethe, Witgenstein, Frans Gerritsen (Evolutie van de kleurenleer) , Li Edelkoort. De kleurencirkel van Gerritsen is gebaseerd op lichtprimairen en bevat zes kleuren. De primaire kleuren zijn: rood, blauw en groen (het blauw wordt ook wel violet genoemd). De secundaire kleuren, die ontstaan zijn uit menging van twee primaire kleuren, zijn magentarood, cyaanblauw en citroengeel. De tertiaire kleuren ontstaan uit menging van een primaire en een secundaire kleur. De door Gerritsen genoemde kleuren geven optimale mogelijkheden de kleurenleer te verklaren en komen tot maximale resultaten bij het mengen van kleuren.
Vanaf 20e eeuw in kunst: zintuigen gebruikt om andere emoties op te roepen.
Bijv. dadaïsten: eerste geluidskunst. Cabaret voltaire: een kleine ruimte waar ze theateravonden organiseren.